Je werkgever kan je vragen om een tijdvak of een dienst te verschuiven. Als je daarmee instemt, ontvang je een verschuivingstoeslag. De verschuivingstoeslag wordt hoger als de tijd tussen de verschuiving en de ingeroosterde dienst korter wordt. Hoeveel dat is, lees je in artikel 43 van de cao. Je werkgever heeft acht keer per jaar de mogelijkheid om je te verplichten om een dienst te verschuiven. In dat geval heb je geen recht op een verschuivingstoeslag. Alle andere keren kan een tijdvak of een dienst alleen verschuiven als jij ermee instemt. Je mag ook vier dagen per jaar aanwijzen waarop je werkgever je niet kan verplichten om te verschuiven. Die datum(s) geef je 28 tot 21 dagen van tevoren aan je werkgever door.